Ouderverstoting

Wat is ouderverstoting?

 

Ouderverstoting is een vorm van psychologische/geestelijke kindermishandeling, waarbij het kind zodanig gemanipuleerd en gehersenspoeld wordt door een ouder, dat het kind het gezag en de rol van de andere ouder niet meer accepteert. Het kind kan dan niet meer loyaal zijn aan die ouder. Dit heeft tot gevolg dat het kind de andere ouder verwerpt.

 

Ouderverstoting komt vaak voor bij echtscheidingen. Het kan echter ook voorkomen in ‘hele gezinnen’ en in relatie tot pleeg- en adoptieouders. ‘Hele gezinnen’ zijn gezinssituaties waarbij ouders en kinderen bij elkaar wonen en er geen sprake is van een echtscheidingssituatie.

 

Zowel vader als moeder kan de aanstichter zijn van het opzetten van de kinderen tegen de andere ouder. In de tekst wordt steeds de mannelijke vorm gebruikt, zowel voor de hersenspoelende als voor de verstoten ouder. Beiden kunnen dus vervangen worden door de vrouwelijke vorm.

 

Naast andere visies, waarbij de oorzaak van ouderverstoting wordt gezocht in sociaal-maatschappelijke hoek, benader ik ouderverstoting hier met name vanuit een psychopathologische invalshoek.De meeste bronnen rond ouderverstoting gaan hier namelijk aan voorbij of ontkennen het. Ik vind het juist belangrijk om het verband te leggen met psychopathie en narcisme.

 

Welke ouder zet zijn kind tegen de andere ouder op? Een narcist of psychopaat zal, ten behoeve van zijn eigen welbevinden, misbruik maken van zijn machtspositie ten aanzien van zijn kind. Hij kan zich via het kind wreken op de andere ouder. Meestal vormt het feit dat de andere ouder afstand wil nemen of wil scheiden de aanleiding hiertoe. De dader manipulerende ouder gebruikt op deze manier de kinderen om de andere ouder te ‘straffen’.

 

Dit wil overigens niet zeggen dat elke ouder die zich kritisch of negatief uitlaat over de andere ouder psychopathisch of narcistisch is en zich schuldig maakt aan ouderverstoting. Op het moment dat een ouder zijn kind stelselmatig jarenlang manipuleert ten behoeve van wraak op de andere ouder, kan er sprake zijn van psychopathie of narcisme bij deze ouder. Als het gevolg van deze manipulatie is dat het kind de andere ouder afwijst, dan kun je spreken van ouderverstoting.

 

Wanneer een kind echter op basis van gegronde redenen het contact afhoudt met een ouder, valt dit niet onder ouderverstoting. Een narcistische of psychopathische ouder die zijn kind ‘kwijt’ is, draait de rollen vaak om en kan zich voordoen als slachtoffer van ouderverstoting. Om dit onderscheid goed te kunnen maken is kennis van persoonlijkheidsstoornissen als narcisme en psychopathie noodzakelijk.

 

In geval van ouderverstoting zet een ouder het kind via leugens en subtiele manipulatie op tegen de andere ouder. Door deze leugens worden bij het kind emoties van angst of woede opgewekt. Het kind wordt bang voor en/of boos op de andere ouder en kan hem afwijzen. Vaak wordt de familie van de verstoten ouder in een kwaad daglicht gezet. De destructieve ouder zaait op deze manier angst en haat binnen het familiesysteem en sleept zo het hele gezin mee in zijn onopgeloste innerlijke problematiek. Dit heeft tot gevolg dat er een zeer chaotische relatiestructuur ontstaat binnen het gezin en/of de familie, gebaseerd op ‘verdeel- en
heerspolitiek’. Deze ouder weet via onderhuidse manipulatie de onderlinge relaties zo te ontwrichten, dat alle gezinsleden onbewust meegetrokken worden in diffuse en destructieve communicatiepatronen. Dit leidt tot grote spanningen, ruzies en onbegrip in het gezin.

 

Narcistische en psychopathische ouders gebruiken hun kinderen voor hun eigen doeleinden. Bij ouderverstoting zetten deze ouders de kinderen in om wraak te nemen op de (ex-)partner. Het kind wordt tot verlengstuk van deze manipulatieve ouder gemaakt. De impact van ouderverstoting is heel groot, zowel voor de verstoten ouder, als voor het gehersenspoelde kind.

 

Wat is de impact van ouderverstoting op ‘de verstoten ouder’?

 

De verstoten ouder komt in een enorme machteloosheid en geïsoleerde positie terecht. Hij wordt in zijn grootste kwetsbaarheid geraakt als hij zijn kinderen verliest. Dit kan leiden tot diepe eenzaamheid (geïsoleerd worden en niet geloofd worden). Uiteindelijk kan dit bij hem diepe wanhoop, onbeheerste woedeaanvallen, passiviteit/verlamming of labiliteit teweeg brengen. Dit gedrag, voortkomend uit narcistische mishandeling, maakt dat het kind steeds meer het vertrouwen in en het respect voor de verstoten ouder verliest. En dat is waar de narcistische ouder op uit is!

 

Hiermee is de cirkel rond: het gedrag van de verstoten ouder, dat voortkomt uit machteloosheid versterkt en rechtvaardigt de angst, haat en/of denigrerende houding van de kinderen. In het ergste geval kan het ertoe leiden dat de verstoten ouder zijn kinderen nooit meer ziet. Hij krijgt, soms voor de rest van zijn leven, door zijn kinderen de stempel van ‘boeman’ opgeplakt. Ook grootouders en overige familie van zijn kant worden daarin meegesleurd. Mocht er nog wel contact blijven, dan gaat dat zeer moeizaam: de narcistische of psychopathische ouder zal er alles aan doen om de touwtjes in handen te houden met betrekking tot het contact tussen zijn kind(eren) en zijn (ex-)partner.


Wat is de rol van de reguliere jeugdhulpverlening en justitie?


Natuurlijk zouden rechtbanken, (jeugd)hulpverlening en maatschappelijk werk een grote bijdrage kunnen hebben in het voorkomen of bestrijden van ouderverstoting. Helaas wordt ouderverstoting (nog) niet voldoende onderkend in de reguliere hulpverlening en de rechtspraak. Als het wel erkend wordt, is er kans op een misvatting vanwege verdraaiing van de rollen: een narcistische ouder waar een kind terecht niet naar toe wil, kan zich voordoen als slachtoffer van ouderverstoting. Er is nog onvoldoende kennis van narcisme en psychopathie, waardoor gedrag dat hierop gestoeld is niet wordt doorzien.


De manipulatieve ouder stelt zich in contact met instanties vaak als slachtoffer (en/of redder) op. Hij trekt de kinderen in die rol mee (ze tonen immers angst en haat naar de gezonde ouder). Een hulpverlener, die zich niet bewust is van zijn eigen valkuil en niet voldoende bekend is met narcisme en psychopathie, zal onherroepelijk binnen de kortste keren ‘een marionet’ zijn in het poppenspel van deze ouder. Hij wordt, net als de kinderen, zonder het in de gaten te hebben, in de rol van handlanger gemanipuleerd, met het doel de isolatie van de (ex-)partner mede te bewerkstelligen.

 

Een verstoten ouder die dit ziet gebeuren, kan vanuit rechtvaardigheidsgevoel, onbegrip en ongeloof, extreem emotioneel reageren. De grote machteloosheid roept een wirwar van diepe wanhoop, angst en woede op. Deze emotionele labiliteit maakt hem, in bijzijn van anderen, nog ongeloofwaardiger voor de buitenwereld. Een ouder die uit woede en machteloosheid zijn zelfbeheersing verliest bij de rechtbank of (jeugd)hulpverlening zal eerder angst oproepen en niet serieus genomen worden. Daarmee loopt hij de kans de dossiers in te gaan als ‘een agressieve ouder die niet in staat is een veilige basis te bieden aan de kinderen’. Dit heeft tot gevolg dat de narcistische of psychopathische ouder alle zeggenschap over de kinderen krijgt, en dat was waar hij op uit was… Hij heeft precies voor elkaar gekregen wat hij wilde: zijn (ex-)partner tot de grond afbreken!

 

Wat is de impact van ouderverstoting op ‘het gehersenspoelde kind’?

 

Het gehersenspoelde kind kan hierdoor een ontwikkelingsstoornis oplopen. Kinderen zijn, voor wat betreft hun overleving, volledig afhankelijk van hun ouders. Als ouders de basisbehoeften van hun kinderen niet vervullen, gaan de kinderen dood. Deze grote afhankelijkheid maakt dat kinderen heel loyaal zijn aan hun ouders. Dat verklaart waarom kinderen, zelfs als ouders hen mishandelen of misbruiken, loyaal blijven.

Kinderen die te maken hebben met ouderverstoting zitten in een loyaliteitsconflict en voelen zich innerlijk verscheurd. Relatieproblematiek tussen ouders brengt op zich al een onveilige hechting teweeg. Een kind dat wordt ingezet in de onderlinge machtsstrijd tussen de ouders, zal vanuit zijn afhankelijkheidspositie voor zijn eigen veiligheid instinctief kiezen voor de ouder waarbij het de grootste overlevingskansen denkt te hebben. Dat is de ouder die het sterkst/machtigst overkomt, degene met het meest dominante karakter. Dit hoeft echter niet altijd de ouder te zijn die het meest dominante gedrag vertoont. Menig ‘liefhebbende stille moeder’ heeft ‘achter de coulissen’ de touwtjes in handen over de relaties binnen het gezin. In het gezinsdrama, waarbij moeder de slachtofferrol aanneemt, denkt het kind de moeder te moeten redden tegenover de vader die het de daderrol toewijst.


Via leugens en manipulatie maakt de narcistische of psychopathische ouder het kind bang. Een angstig kind gaat in wanhoop op zoek naar veiligheid en klampt zich vast aan deze ouder die het kind naar zich toe lokt met de houding: ik zal je wel beschermen tegen je boze moeder/vader. Het kind wordt zo in een extreme afhankelijkheidspositie gemanoeuvreerd. Afwisselend zullen de manipulatieve ouder en het kind de rollen van redder en slachtoffer innemen, maar één rol is standvastig: de verstoten ouder wordt gezien als dader.

 

Vanuit onveiligheid (angst) en afhankelijkheid (om te overleven) neigt het kind tot een symbiotische binding met de manipulatieve ouder. Het kind zal er alles aan doen om die ouder (die hem zal redden) gelukkig te maken en te gehoorzamen, met alle gevolgen van dien…


Dit gaat vaak samen met parentificatie: het kind wordt verantwoordelijk gesteld voor het geluk en welzijn van de destructieve ouder en wordt als het ware ouder van deze ouder. Daar het kind in deze vorm van kindermishandeling zichzelf en zijn eigen visie niet heeft kunnen ontwikkelen, kan dit leiden tot stagnatie in zijn verdere ontwikkeling. Dit kan uiteenlopen van een minder ernstige tot een zeer ernstige gradatie van een ontwikkelingsstoornis.


Naast het verlies van zijn eigen bestaansrecht draagt dit kind onbewust nog een ander groot verlies met zich mee: het verlies van een ouder, waar het nooit om heeft kunnen rouwen.

 

Oplossing?

 

De oplossing lijkt eenvoudig: het kind ervan overtuigen dat het in een ‘omgekeerde wereld’ is terechtgekomen. Helaas is het kind al overtuigd, al is die overtuiging gemanipuleerd via hersenspoeling. Deze overtuiging is ontstaan vanuit, en gekoppeld aan een grote onbewuste angst, en is daarmee het overlevingsmechanisme van het kind geworden. Als de hulpverlener of de omgeving hieraan gaat ‘morrelen’, dan voelt dat voor het kind als zeer onveilig en gevaarlijk. Dit heeft tot gevolg dat het kind zich nog sterker aan zijn beschermingsmechanisme (zijn gemanipuleerde overtuiging) vastklampt en boos wordt op iedereen die daaraan komt, dus ook op de verstoten ouder die het kind probeert inzicht te geven in de realiteit.

 

Het kind zit gevangen in een ‘angstcomplex’ dat gerelateerd is aan loyaliteit. Deze angst kan opgesplitst worden in een onbewuste en een bewuste angst:

 

  • een grote onbewuste angst: deze overlevingsangst komt voort uit het gevangen zitten in het web van de narcistische ouder en diens onveilige duistere wereld.

 

  • een bewuste angst: deze gemanipuleerde angst is gericht op de ‘verstoten ouder’, waar het kind via leugens bang voor is gemaakt door de narcistische ouder. Het kind zoekt dwangmatig zijn ‘veilige’ toevlucht bij de narcistische ouder (waar het onbewust ook bang voor is).

 

Deze combinatie van angst doet sterk denken aan het Stockholmsyndroom: het kind is wat betreft overleving volledig afhankelijk gemaakt van de manipulerende ouder en overleeft het door die ouder al zijn liefde te geven. En dat is wat een narcist zoekt: zijn innerlijke leegte gevuld krijgen met de liefde van een ander, ook al moet hij daarvoor slachtoffers maken.

  

Waar begint het herstel in deze destructieve driehoeksrelatie?

 

De narcistische of psychopathische ouder is vanuit zijn psychische stoornis onaanspreekbaar

en daar zal de weg naar herstel voor de slachtoffers niet beginnen.

 

Het gehersenspoelde kind bevindt zich in een groot spanningsveld en klampt zich onbewust vast aan zijn overlevingsmechanisme ouderverstoting. Zolang het kind die veiligheid nodig heeft ter overleving in deze onveilige situatie, zal het kind die laatste strohalm niet kunnen loslaten. Kun je dit van een kind vragen, laat staan verwachten?


Een kind heeft behoefte aan veiligheid en liefde, en denkt dit in dit ‘angstcomplex’ bij de destructieve ouder te vinden. Hij heeft niet het besef dat hier een groot prijskaartje aan hangt: het ontkennen van zichzelf, de eigen visie en de eigen behoeften, en bovendien het verlies van de andere ouder. De veiligheid en liefde die hij in ruil daarvoor ontvangt zijn zeer voorwaardelijk: hij krijgt dit alleen als hij aan het beeld en de behoeften van de narcistische ouder voldoet.

Een narcistische of psychopathische ouder heeft er baat bij het kind angstig en afhankelijk te maken en te  houden. Daarmee is het kind namelijk volledig manipuleerbaar. Het kind wordt door dit complexe trauma gestagneerd in zijn identiteitsontwikkeling. Het ontwikkelt zich in symbiose met de manipulatieve ouder: de wederzijds nauwe relatie tussen ouder en kind, die gebaseerd is op angst en agressie (prooi en roofdier) maken dat het zelfstandig, los van elkaar functioneren, voor beiden moeilijk wordt. De sterke onderlinge afhankelijkheid gaat ten koste van de autonomieontwikkeling van het kind.


Een therapeutische invalshoek zou erop gericht moeten zijn dat het kind zijn identiteitsontwikkeling weer aangaat, en ontdekt dat het in de ‘normale wereld’ veilig is om een eigen onafhankelijke visie te ontwikkelen, om een eigen onafhankelijke persoonlijkheid te zijn. Deze nieuwe eigen visie zal van binnenuit moeten komen, niet van buitenaf. Het kind overtuigen heeft geen zin, de gehersenspoelde visie is namelijk zijn overlevingsmechanisme, en dat zal het kind niet opgeven in een onveilige situatie.
Voor therapeutische begeleiding van een kind is toestemming nodig van beide ouders… tja.

 

De verstoten ouder kan echter wel een rol van betekenis hebben in het ombuigen van deze destructieve gezinsrelaties. Hij is degene die, tot op bepaalde hoogte, ziet wat er aan de hand is. Om het hanteerbaar te maken, is het noodzakelijk dat deze ouder gaat doorzien, wat er wezenlijk speelt. Het vereist moed om een bewustwordingsproces aan te gaan met diepgaand onderzoek: enerzijds met betrekking tot de destructieve relatie, anderzijds met betrekking tot zichzelf: hoe is hij hierin verzeild geraakt?


Doordat hij in een sterk geïsoleerde positie is gemanoeuvreerd, heeft hij het gevoel niets te kunnen betekenen: een verstoten ouder bevindt zich in een hulpeloze en machteloze toestand, een trauma-ervaring. In zijn rol van slachtoffer, zal hij zijn eigen kracht en eigenwaarde weer moeten vinden om zichzelf uit deze ‘uitzichtloze situatie’ te trekken.


Een diep begrip van wat er in essentie speelt is noodzakelijk om uit de greep van de (ex-)partner te komen en hoop en vertrouwen te kunnen behouden/hervinden met betrekking tot de hereniging met zijn kinderen.

 

Belaagd door de emotionele reacties (afwijzing) van de kinderen, is hij geneigd te vergeten dat zijn kinderen niet autonoom reageren, maar daartoe gemanipuleerd zijn. De kinderen zitten in en reageren vanuit overlevingsgedrag. Als hij dit inziet en dit steeds opnieuw voor ogen houdt, zal hij zich minder gekwetst gaan voelen door hun gedrag. Hij kan door dit gedrag heen kijken en rekening houden met de situatie waarin de kinderen zitten. De kinderen zijn in wezen net als hij getraumatiseerd en slachtoffer, hoewel ze zich als dader gedragen.


Wetende dat het gedrag van de kinderen gemanipuleerd is, wordt het voor hem mogelijk zich opnieuw liefdevol en open naar hen op te stellen. Daarmee voldoet hij niet meer aan het beeld van de boze, agressieve, labiele ouder, het beeld dat zijn (ex-)partner van hem wil neerzetten. Hij zal zichzelfmoeten trainen in de beheersing van zijn emoties in het contact met zijn (ex-)partner en kinderen. Door zich voor de destructieve ouder af te sluiten, kan hij zich innerlijk focussen en zichzelf blijven in contact met de
kinderen.

 

De kinderen zien dan een nieuw beeld, dat niet meer strookt met het oude beeld dat van deze ouder werd neergezet. Hierdoor ontstaat discrepantie, waardoor er bij de kinderen van binnenuit ruimte kan komen voor twijfel met betrekking tot de oude overtuigingen.


De verstoten ouder zal zich in de tussentijd, zonder het welzijn van zijn kinderen uit het oog te verliezen, op zichzelf en zijn eigen leven moeten focussen. De hereniging met de kinderen blijft onzeker. Hij investeert daar waar mogelijk in het contact met de kinderen, maar moet zichzelf en zijn eigen leven niet vergeten. Tijdens dit proces is het van belang dat deze ouder aan zijn eigen trauma werkt en zich zoveel mogelijk bevrijdt uit zijn machteloze en wanhopige positie.


Daarnaast blijft echter staan dat er een belangrijke taak weggelegd is voor instanties in (jeugd)hulpverlening en justitie om het bewustzijn binnen hun organisaties te vergroten met betrekking tot deze gezinsproblematiek en het onderkennen van hun eigen valkuilen. Als zij de situaties binnen gezinnen niet diep genoeg doorgronden en op basis van wat aan de buitenkant zichtbaar is te snel conclusies trekken, gefocust op een snelle en directe oplossing en resultaat, dan maken zij zich (onbewust en onbedoeld) schuldig aan het vergroten van narcistische tendensen in onze maatschappij.

 

Bovenstaand artikel heb ik geschreven t.b.v. en is opgenomen in het boek van Iris Koops: Je leven in eigen hand, verder na narcistische mishandeling. Een aanrader! In dit boek vind je een uitgebreidere versie.

^ Naar boven